Index
Het persoonlijk vnw. (t/m dativus)
Combineeroefening
Kies de juiste vertaling uit het uitrolmenu.
Controleer
mihi
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
me
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
nos
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
vos
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
vobis
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
eis
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
ei
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
eas
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
eam
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
ea
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
ei
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
tibi
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
tu
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
te
mij
(aan/voor) mij
jij
(aan/voor) jou
ons
(aan/voor) hen
haar
hen
jou
zij (mv.)
jullie
(aan/voor) jullie
zij (ev.)
(aan/voor) haar
Controleer
OK
Index