Index
perfectum van
esse
en
posse
Combineeroefening
Kies de juiste vertaling uit het uitrolmenu.
Controleer
fui
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
fuisti
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
fuit
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
fuimus
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
fuistis
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
fuerunt
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
fuisse
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
potui
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
potuisti
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
potuit
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
potuimus
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
potuistis
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
potuerunt
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
potuisse
wij zijn geweest / wij waren
(zij) zijn geweest / (zij) waren
ik heb gekund / ik kon
jij hebt gekund / jij kon
(te) zijn geweest
wij hebben gekund / wij konden
(hij) heeft gekund / (hij) kon
(hij) is geweest / (hij) was
(te) hebben gekund
jij bent geweest / jij was
jullie hebben gekund / jullie konden
ik ben geweest / ik was
jullie zijn geweest / jullie waren
(zij) hebben gekund / zij konden
Controleer
OK
Index