Woorden 8.A

Klik steeds op 'volgende'; als je een woord goed kent, druk je op 'verwijderen' - je houdt zo alleen de woorden over waar je moeite mee hebt.

GraecusGriek
aedificarebouwen
vir (en wat is het meervoud?)man; viri
complerevullen
in (en met welke naamval?)in, op; + abl.
orakust
pro (en met welke naamval?)voor; + abl.
TroiaTroje
a(b) (en met welke naamval?)van(af); + abl.
navigarevaren
prope (en met welke naamval?)dichtbij
occultareverbergen
TroianusTrojaan
de (en met welke naamval?)vanaf; + abl.
murusmuur
spectarekijken
navis (en wat is het meervoud?)schip; naves
modoslechts
portapoort
aperuipf. van aperire = openen
e(x) (en met welke naamval?)1. uit 2. sinds; + abl.
cucurripf. van currere; rennen
alii ... aliisommigen ... anderen
flammavlam, vuur
delerevernietigen
urbs (en wat is het meervoud?)stad; urbes
cum (en met welke naamval?)(samen) met; + abl.
ut + pf.zodra
credere (en met welke naamval?)geloven, vertrouwen; + dat.
et ... etzowel ... als
donumgeschenk
doluslist
carere (en met welke naamval?)vrij zijn van, missen; + abl.
credidipf. van credere = geloven