LES 8

Vorming van de ablativus (Grammatica 1)

naamvallen (1) naamvallen (2) naamvallen (3)	Drie oefeningen waarin je vormen uit de rijtjes van rosa, dominus, bellum en rex moet matchen met de juiste naamval. Naamvallen (1) op mobiel/tablet Naamvallen (2) op mobiel/tablet Naamvallen (3) op mobiel/tablet
pers. vnw.	Vink de mogelijke vertalingen aan van vormen van het pers. vnw.
uitgangen	Misschien ken je inmiddels de rijtjes van rosa, bellum, dominus en rex: rosa, rosae, rosae, rosam, enz. Dat is goed, maar uiteindelijk gaat het erom dat je van een uitgang kunt bedenken welke naamval(len) deze kan aangeven. -Am bijvoorbeeld is altijd een acc.enk., -orum een gen. mv. Met deze flitskaartoefening leer je de uitgangen snel te benoemen.

Bijwoordelijke bepaling (Grammatica 2-4)

wat doe je met de abl.?

Als je in een zin een woord in de abl. ziet, moet je bepalen of je in je vertaling van dat woord een Ned. voorzetsel (met, door, uit, etc.) moet toevoegen of niet. Kijk bij 5 zinnen of je dat lukt.

Woorden 8.A

woorden 8.A

Een flitskaartoefening als hulp bij het leren van de woorden van 8.A.

Voorzetsels (Grammatica 5)

rijmpje voorzetsels	Heb je het rijtje met voorzetsels die met de ablativus gaan uit je hoofd geleerd? Test hier of je het echt kent!
voorz. + abl. betekenis	Ken je de betekenis van de voorzetsels die met de abl. gaan? Test hier je kennis met behulp van een flitskaart-oefening!

Woorden 8.B

woorden 8.B

Een flitskaartoefening als hulp bij het leren van de woorden van 8.B.